Schoonhees
Geschreven door Alfons Beckers
Grootmoeder
Regina (Zien)Theys verteld.
Charleston zoekt een lief.
En Charleston zocht ook een lief. Toen hij voor den eerste maal ging vrijen stak hij een nieuwe meter in zijn meterzakje van zijn floeren broek. 't Was op een weekdag in de winter en hij stak een potlood achter zijn rechteroor en een boek in de bovenzak van zijn Turkse leren vest. Want Charleston van de Kanusberg kon een wiel maken dat het rond was. hij paradeerde in de kamer voor de spiegel, een half uur, potlood wat verder onder de pet, de meter wat omhoog trekken zodat zijn uitzicht iets had van een persoon van waarde. Ook was hij naar het gemeentehuis geweest want hij moest nu opgeschreven staan als wagenmaker!
Op school, leert men leren,
Een beroep dat men niet begeert,
Kan men nooit leren of beheren,
Daarom, leert wat ge begeert,
Want voor een vak is men geboren,
Leer lang, 't is van belang...
Maar... doe geen tijd verloren.
Alfons Beckers
Hoe kwam de kleerkast in de kamer?
Ook de andere kinderen bij Kanus werden groter en Kanus maakte een spik-splinternieuwe kleerkast in eikenhout en hij miek ( maakte ) een schouwspiegel in de middendeur. Charleston stond veel en dikwijls voor die spiegel. Moest hij een kruiwagenwiel leveren bij de smid, paradeerde hij er eerst mee voor de spiegel. Eens op de linkerschouder dan eens op de rechter, om zijn postuur zelf te kunnen aanschouwen. De nodige effecten aan te brengen zoals ook het potlood achter het linker oor of eens achter het rechter. Men moest kunnen zien aan het postuur dat men hier te doen had met een man uit de ambacht " DE WAGENMAKER" en kennis maakte met een product van de Kanusberg.
Alhoewel geen enkele Kanus enige aanleg had voor muziek:
De fanfare St. Martinus, met die blinkende instrumenten, dat aanzien speelde in het hoofd van Charleston!
En...hij ging bij de fanfare. Eerst studeerde hij de fa-sleutel, maar toen bleek dat hij niet genoeg wind produceerde voor een tuba of bombardon. Of, zoals iemand schimpte met "te groot van gat waar alle wind gaat vliegen". Hij is overgeschakeld naar klaroen en daar hij te veel valse noten produceerde stak hij een vod in het pavilioen van zijn instrument en hij zette een dikke nek. Toen noemde men hem "den dikke nek". Wanneer hij dat weer hoorde, als hij een pint te veel op had, heeft hij daar iemand een rammeling verkocht en zijn klaroen aan gruzelementen op zijn kop kapot geslagen.
Toen noemde men hem "den uitblutser".
Maar wat een uithoudingsvermogen!
Nu leerde hij voor tamboer en dan repeteerde hij in de kamer voor de spiegel van "rapperdeflap en koekenbakken", dat de buren menigmaal dachten dat er mee Charleston iets ernstig scheelde.
"Voor de kolonie" fluisterde men. Het einde van zijn muzikale carriére was de processie. Er waren 2 tamboers ziek. Charleston popelde, hij alléén, en stak zijn kop. De pastoor met het Allerheiligste juist voor de fanfare en de ganse processie voor hem hield geen rekening met het geklop van Charleston. De processie was een half uur binnen toen rapperdeflap met zij cornuiten binnen kwamen. Toen moest Charleston direct zijn stokken inleveren.
Maar men sukkelde met een vlaggendrager en dit was voor Charleston weggelegd. Dat lag hem, altijd vooraan op kop.
Alles verkocht
Ik kan u verzekeren, de kamerspiegel was nog het enige stuk antiek.
Toen bij het opruimen van het huis Kanusberg, de spiegel in duizend stukken brak is voor mij een legende gepasseerd. Toen Charleston een kijkje kwam nemen zag ik in de scherven duizenden beelden van een sprookjesprins.
De laatste maal op de Kanusberg, een der koppigste mensen die ik ooit kende, ik zou zeggen "een monument uit eikenhout". Moest huize "de Kanusberg" nog bestaan, een museum van echte stielmannen die werkten met de hardste houtsoorten en het gewring en de taaiheid erfden.
De wagenmaker, de klusjesmannen, geen machine maar handwerk!
Maar de tijd is de Kanussen voorbij gestreefd. Uit koppigheid is alles opgedoekt, verkocht. Niemand zou in hun werkhuis, hun domein, voortwerken.
De laatste wilsbeschikking!
Het koppige ras dat eeuwig oorlog voerde "vader zoon, zoon vader".
En als ooit iemand is gestorven van hen, zal St.Pieter iemand naar St. Jozef sturen en zeggen:
"mag deze uwe Jefzaag dragen? Hier is iemand van uwen stiel!!!"
St. Jozef in alle goedheid zal zeggen:" nu is 't gedaan met ezelen en klumkes zagen. Want daar is geëzelt op die Kanusberg!!!
Charleston zal zeggen: "Ik heb tegenslag, ik ben te laat geboren, alles is al uitgevonden. Helaas zonder geld, geen macht want daarvoor was ernstig nagedacht."
De laadbak in hout met sponden en berries om vast te houden.
Het wiel vooraan, een man moest tussen de berries gaan.
Met mankracht door weer en wind, wees blij gezind.
De vrucht van arbeid naar voor gebracht voor het sterke geslacht.
Zo preekt de pastoor, maar... in zijn kerk?
En hij zou God danken voor de verlichting van het werk.
Zo gingen vele dagen, en velen bereden dien wagen,
't Was beter dan de vracht te dragen, sliep goed die nacht
maar welstand heeft die wagen nooit gebracht.
Alfons Beckers