TIME 18 MIN. 35 SEC.
In een strenge winter heeft men beslist moeten toveren om het binnen warm te krijgen. Niet alleen in onze boerderij maar zeker in vele boerderijen van het dorp. Volgens mijn nonkel Louis Beets: "ging de wind er vanvoor in en langs achter terug buiten".
Mijn ouders, moemoe, mijn broer en ik hebben in deze boerderij gewoond tot mijn zevende. Ik herinner mij nog hoe wij in bed dik werden ondergestopt met nog een grote bruine leren jas er extra bovenop.
Toch heb ik geen enkele herinnering aan die kou. Het was voor mij eerder een zalige omgeving om te wonen. Plaats genoeg om te ravotten. Met de hoge bomen die in hoogzomer voldoende schaduw gaven. Of de volwassenen met de blaren van die inlandse eiken in het najaar ook zo tevreden waren valt toch te betwijfelen.
Enkele van die bomen staan er nog steeds daar inlandse eik beschermd wordt.
En de "Leuvense stoof" met de warmte die in een strenge winter nauwelijks verder te voelen was dan twee meter. Een mooie blinkende kachel was het, met groene motieven versierd.
De glazen pootbeschermers van die kachel heb ik nog steeds.
Moemoe had een zwarte kachel die in mijn kinderogen minder mooi was: een zwarte.
Het spek dat in de pan stond te braden met die heerlijke geur! Het brood dat moemoe had gebakken in het bakhuis achter de boerderij. Wat dacht je hoe mijn eigen kleine broodje smaakte?
Wij woonden in het voorste gedeelte van de boerderij en grootmoeder(Stephanie Noels) in het tweede deel.
Met de koperen ketel om het voeder voor de beesten klaar te maken. Heel waarschijnlijk voor de varkens. Met de eigenaardige geur van platgekookte aardappelen in de schil en waarschijnlijk nog wel meer ingrediënten.
De paardenstal was mijn lievelingsplaats. Paard Jul had mijn voorkeur en wel zover dat ik met hem in de weide voor de boerderij ging wandelen. Ik heb dat paard toen vele verhaaltjes verteld. Het paard graasde en liep gewillig met mij mee en plaatste zijn poten netjes naast mij neer. Ik voelde mij bijzonder gerust en veilig. Heel gewoon, niets aan de hand.
Tot mijn moeder ondekte waar ik was!
Drie of vier jaar oud was ik. Het is mij altijd bijgebleven.
Zwart-witte vloertegels die een vroeger leven hadden gehad in een oud klooster. Behoorlijk afgesleten natuurlijk wat het spel met de knikkers niet eenvoudig maakte.
Het verliep niet altijd zoals ik het bedoelde daar de knikkers liefst een eigen richting kozen. Wat weer resulteerde in een heftige discussie met mijn broer Rogér.
In december gooide onze pa "gemoofkens" rond. Heel stilletjes achter onze rug. Het was van zwarte piet, beweerde hij. En er werd gelijk gevraagd of we "stilletjes lawaai konden maken!" Dat vond ik zo een eigenaardige uitdrukking die ik dan ook onthouden heb ondanks mijn jonge leeftijd.
Jeannine.
TEKSTINFORMATIE VAN JOS DEYGERS.
Op 1 – 2 – 3 Juni (“Sinkstendagen”)
1952 heeft er in de parochie een uitzonderlijke gezegende doortocht plaats gehad van het, door de bisschop gewijde, beeld van O.L.Vrouw van Banneux .
Op Zondag (Pinksteren) te 8 uur ’s avonds werd het beeld , op de grens der parochie (Tessenderlo – Statie), afgehaald, met een zeer lange stoet: Kruis – kinderen – vrouwen – mannen – organisaties en fanfare.
Een Koninklijke intocht.
Het beeld waarvan hierboven sprake is, is niet hetzelfde beeld van de foto hiernaast.
GENADETOCHT VAN O.L.VROUW VAN BANNEUX.
HOOFDSTUK V
100 JAAR GELEDEN HULST.
Periode 1952-1957:
pastoor Vliegen
Nota: deze tekst werd volledig omgezet naar een ander lettertype daar de letterkeuze van het origineel bijzonder onduidelijk is op een computerscherm.
Aan de schrijfwijze is niets veranderd.
1952
Op 19 maart 1952 werd Z.E.H.Jos Hendrickx , de herder van Hulst, pastoor benoemd te St.Huibrechts-lille. Vanaf 6 april werd in de “memorie” boek geschreven door E.H.Vliegen , die als pastoor was aangesteld te Hulst.
Op bovenvernoemde datum werd E.H. Vliegen, pastoor van Wintershoven (Kortessem) in dezelfde hoedanigheid benoemd te Hulst. Hij kwam zich vestigen in Hulst op 22 april 1952. De kerkelijke aanstelling had plaats gehad op zondag 25 mei, in de map van “de herderlijke schrijven” was een brief die de aanstelling van pastoor Matheus Vliegen bevestigd en op de achterkant de voorgeschreven installatie.
voorwacht, bestaande uit ruitersop versierde paarden, versierde velo’s door kinderen, de gemeentelijke overheid.
Te twee uur werd de nieuwe pastoor afgehaald aan de “Snep”. Een besturen der organisaties en priesters. De eerste schepen hield er een welkom rede vanwege de gemeente. Op de kanaalsteenweg, 100 meter voorbij de zustersschool stond de stoet – schoolkinderen – de B.J.B. van Wintershoven – de fanfare – en een grote menigte. De nieuwe pastoor moest uitstappen voor de cantate “Welkom”der schoolkinderen. Aan de kerkdeur: welkomgroet door de voorzitter van de kerkfabriek – aanbieding van een geschenk, een herdersstaf en de sleutels van de kerk.
Voor een bomvolle kerk ging de plechtigheid volgens voorschrift haar gang. Na de plechtigheid, in de kerk, ging het weer stoetsgewijs – met muziek – naar de pastorij. Waar de pastoor allen bedankte. Aan het feestmaal, dat daarna werd aangeboden, zaten 16 genodigden aan. De getuigen waren E.H.Vliegen, pastoor te Gelinden (broer van de nieuwe pastoor ) en E.H. Beets, pastoor van Tessenderlo.
Maria – Tocht te Hulst.
Op 1 – 2 – 3 Juni (“Sinkstendagen”) 1952 heeft er in de parochie een uitzonderlijke gezegende doortocht plaats gehad van het, door de bisschop gewijde, beeld van O.L.Vrouw van Banneux .Op Zondag (Pinksteren) te 8 uur ’s avonds werd het beeld , op de grens der parochie (Tessenderlo – Statie), afgehaald, met een zeer lange stoet: Kruis – kinderen – vrouwen – mannen – organisaties en fanfare. Een Koninklijke intocht.
Zeer roerende overname van de parochie Tessenderlo, met korte aanspraken van E.P.Vossen, Montfortaan, de pastoor van Tessenderlo en de pastoor van Hulst (via micro). Ik weet niet welke parochie, de langste stoet uitmaakte. Biddend en zingend ging de stoet langs de versierde straten recht naar de kerk. Zeer merkwaardig waren de versieringen, rond de het beeld van O.L.Vrouw aan alle vensters.
Vier paters montfortanen leidden al de oefeningen – dag en nacht. De kerk werd niet meer gesloten. De nachtaanbidding van Zondag op Maandag was volgens de Paters één der meest drukke van hun tochten (meer dan 100 aanbiddingen van 01-04 uur ’s nachts). Van Maandag op Dinsdag telde ik te 2,30 uur ’s nachts 87 aanbidders. De Kaarskens processie bood een onvergetelijk schouwspel – ze duurde van 8,30 uur tot 11,11 uur en trok door de voornaamste straten.
Opgemerkt zij, dat Maandag namiddag te 3 uur het beeld op een versierde camion werd gezet en gevoerd, begeleid door auto met luidspreker en velorijders naar de Oosterbergen en de “Snep” waarbij een Maria- altaar werd gepreekt en gezongen. Die mensen waren in de hoogste hemel met dat bezoek en hadden geen moeite gespaard voor de versiering. Er is wellicht nooit meer volk, op die wijken samen gekomen.
Hebben zich vooral verdienstelijk gemaakt: het “commiteit”, bestaande uit al de leden der organisaties ; de mijnwerkers die het beeld droegen in mijnwerkers-kostuum en kop–mijnlampen, en die ook brancardier speelden voor de zieken, die Maandag en Dinsdag te 9 uur in de kerk werden gebracht voor hunne mis. Ook de Kajotters droegen een eind het beeld, door het bos en in de Kaarskens processie. Dinsdag avond rond 20 uur werd het beeld uitgeleide gedaan naar de grens op Paal, vergezeld met een onafzienbare lange stoet biddende en zingende parochianen.
Die Maria tocht, moet een zeer grote geestelijke invloed ten goed hebben te weeg gebracht, niet het minste bij de lauwe christenen. Men meent dat erin heel de parochie niemand afzijdig is gebleven.
De villa’s op de Kanaalweg schenen geen belangstelling te tonen.
De winst van deze actie werd naar de bisshop gestuurd voor de opbouw van de Basiliek van Banneux.
Missie:
van 12 oktober tot 1 november 1952 : door de EE.PP.Montfortanen.
De 1e week: kindermissie:’s morgens in de mis en ’s namiddags; de hele missie,om 7.30 uur geleide mis.
De 2e week: voor de vrouwen en de meisjes; ’s middags voor alle “vrouwvolk, ’s avonds voor diegene die verhinderd waren ,meisjes in de zaal en de vrouwen in de kerk. Gezamenlijk lof in de kerk.
De 3e week voor de mannen en de jongens; idem als bij de vrouwen en meisjes , echter ’s morgens.
Hulpmiddelen:
1) Op 4 wijken werden 4 meter hoge kruisen opgericht met een mariabeeldje in grot deze wijken waren:
Kanaalsteenweg, Paalsteenweg (jagershuis), Hulstsestraat (oude school) en Waterstraat.
Deze kruisen waren in de kerk gezegend en in processie ter plaatse gebracht. Er werden “rozenhoedjes “gebeden (met woord en commentaar).
2) Vier luidsprekers op de kerk: voor klokken, muziek en zang en toespraken.
3) Huisbezoek door de missionarissen.
4) Plechtigheden : Kruisplanting, missie voor ouderen en zieken – zegening, Christus-Koning, opening- en slotvieringen.
Een systeem met scheurbonnen moest een overzicht geven over de aanwezigheid van gans de parochie. Het resultaat was dat men 95 à 96 % personen bereikte !
Er werd een herinneringsprentje afgegeven, na de verering van het kruis. Een dankwoord door de pastoor, een lof en een bezoek aan het kerkhof.
Deze missie werd goed voorbereid door reclame met programma’s en vensteraffiches. Ook in het parochieblad werd een speciale rubriek die aan ieder gezin werd bezorgd . Er volgde een propaganda tocht en bracht 25 nieuwe abonnementen , dit bracht het aantal op 284 (prijs voor een abonnement: 40 fr.(1 Euro) per jaar ).
Een uitgebreid verslag stak in de documentatie map alsook een programma blad
N.B. Op 12 oktober waren er gemeenteverkiezingen.
De tekst is in een ander lettertype omgezet omdat de originele tekst niet leesbaar was op een computerscherm. De schrijfwijze is niet gewijzigd.
DE LAATSTE TWEE DELEN 17 EN 18 ZIJN NOG IN OPMAAK